Sandor Lubbe
Bezit is het einde van verlangen.

Sandor Lubbe, hoofdredacteur van Zoo Magazine , is een echte verzamelaar. Van jongs af aan verzamelde hij al postzegels en munten en liep hij langs het grofvuil om te kijken of iemand misschien iets moois had weggegooid. Langs de straten zoekt hij niet meer tegenwoordig struint hij vooral het internet af op zoek naar objecten die hij graag zou willen hebben.
Zijn liefde voor etnografica begon met een auto. Toen hij zijn oude Ford Mustang maar niet verkocht kreeg, bood iemand aan de auto te ruilen tegen een aantal etnografische objecten. Hij was toen nog helemaal geen kenner maar de objecten spraken hem meteen aan en vanaf dat moment was de vonk over gesprongen. Nu arriveren er geregeld pakketten vanuit alle hoeken van de wereld.
Lubbe vindt het jagen leuker dan het hebben, hij hecht zich nauwelijks aan de voorwerpen die hij koopt. In dat opzicht is hij een aparte verzamelaar. Soms heeft hij iets nog maar net in huis en dan ruilt hij het alweer voor iets anders. En als iemand bij hem iets ziet wat hij graag wil hebben is Lubbe altijd bereid om er afstand van te doen. Gelukkig vindt hij veel mooi, daardoor vindt hij altijd wel weer iets van zijn gading.
Ooit begon hij met het verzamelen van mandaus, jimpuls de koppensnellerszwaarden van de Dayak uit Borneo. Van de honderd zwaarden die hij ooit had heeft hij er nu nog maar twee over. Daar heeft hij een beetje spijt van en daarom koopt hij af en toe weer zo’n zwaard. Tegenwoordig heeft hij ook belangstelling voor objecten uit Oceanië. Een van zijn meest recente aankopen zijn twee bijlen van Mangaia. Hij kan enorm genieten van deze zeer fijn gesneden houten bijlen uit dit in de Stille Zuidzee gelegen eiland.
Voor Lubbe is de ouderdom van een voorwerp niet altijd belangrijk. Bij hem gaat het toch meer om wat hem aanspreekt, wat hij mooi vindt. Een object gemaakt in de periode dat er nog nauwelijks invloed was van buiten de eigen regio, is beduidend duurder dan een object wat later is gemaakt. Voor de hardcore verzamelaar is dat onderscheid belangrijk. Voor hem speelt dat minder rol.
Zijn kennis over de tribale objecten heeft hij opgedaan door heel veel te kijken, op internet te lezen en door met andere verzamelaars te praten. Ook gaat hij graag naar musea waar hij dan kan genieten van knotsen uit Oceanië. Exemplaren van zo’n kwaliteit kan hij met zijn budget niet eenvoudig kopen. Maar hij zou dat eigenlijk ook niet eens echt willen. Bezit is het einde van verlangen vindt hij.
Lubbe vindt de Tribal Art Fair de leukste beurs die hij kent. Hij houdt van de sfeer en van de passie die bezoekers en handelaren gemeen hebben. Hij heeft er door de jaren heen al heel wat objecten gekocht, waarvan het merendeel trouwens alweer is geruild voor iets anders. In zijn interieur staat het al behoorlijk vol en wanneer hij iets nieuws koopt moet hij met passen en meten ruimte maken zodat de objecten zo goed mogelijk uitkomen. Maar dat doet hij graag want voor iets moois heeft hij natuurlijk altijd plaats.